Epornis

Taxonomie

Uiterlijk

Het geslacht bestaat tegenwoordig uit slechts één soort: Witbuiktimalia (Epornis zantholeuca)
De vogel is ongeveer 11 tot 13 cm lang en heeft een geelgroene rug, grijzige onderzijde, opvallende kuif en witte keel.


Er zijn wel een aantal ondersoorten bekend: zantholeuca, tyrannulus, griseiloris, interposita en sordida.


Deze soort werd eerder in Yuhina ondergebracht met de naam witbuik yuhina.

Voorkomen

Leefgebieden: subtropische/tropische vochtige bergbossen in Zuid‑ en Zuidoost‑Azië


Verspreiding: Bangladesh, Bhutan, China, India, Indonesië, Maleisië, Nepal, Singapore, Taiwan, Thailand, Vietnam, etc.

De Epornis zantholeuca eet voornamelijk insecten zoals kevers, rupsen en kleine spinnen. Daarnaast is het mogelijk, dat hij zich met nectar en bessen voedt.

Vocalisatie

Hieronder kun je een geluidsfragment beluisteren van de kenmerkende roep van de witbuik Yuhina (sordida):

Gedrag

Deze vogel is levendig, beweeglijk en vaak te vinden in kleine groepen of gemengde foerageergroepen. Hij heeft een kenmerkende roep en zingt actief in de ochtend. De soort beweegt zich snel door het bladerdak en is constant op zoek naar voedsel.

Epornis zantholeuca sp.

Socialisatie

Epornis zantholeuca is waarschijnlijk is een sociaal dier. In het wild kan het zijn, dat leeft hij in groepen, misschien met andere soorten zangvogels.

Houden in de volière

Voor zover bekend, zijn deze vogels nooit eerder in Europa ingevoerd.


En aldus: Hoewel zeldzaam in gevangenschap, veel loof- en halfschaduwvegetatie, voldoende insecten als voedingsbron. (Let op: geen specifieke bronnen beschikbaar, dus dit kan een algemene praktijkomschrijving zijn.)

Verspreiding van Epornis zantholeuca

De onderstaande kaart toont een vindplaats van Epornis zantholeuca.

Literatuur